Overgewicht, Beweging & Voeding in Brabant

In deze factsheet: Hoe gaat het met beweging, overgewicht en voeding in Noord-Brabant?
Wat we eten, hoeveel we bewegen en ons gewicht hebben grote invloed op onze gezondheid en kwaliteit van leven. In deze factsheet laten we actuele cijfers over voeding, beweging en overgewicht zien, over alle leeftijdsgroepen van inwoners in Noord-Brabant. Daarnaast laten we de relatie zien tussen deze drie gezondheidsfactoren en andere fysieke, psychologische en sociale factoren, bekeken vanuit de 6 dimensies van positieve gezondheid. Daarnaast kijken we naar risicofactoren die de kans op overgewicht verhogen. We sluiten af met aanbevelingen en goede voorbeelden uit de praktijk voor beleid en preventie.

Meer dan de helft van de Brabanders beweegt op dit moment te weinig
In de algemene bevolking is echter wel een lichte stijging te zien in bewegen. Het is onzeker of deze licht stijgende ontwikkeling verder zal doorzetten. De trend verschilt daarbij per leeftijdsgroep. Zo schrijft het RIVM in de Volksgezondheid Toekomst Verkenning dat jongeren minder zijn gaan bewegen en sporten: Hoe jonger de generatie, hoe meer overgewicht.

Overgewicht cijfers schommelen over tijd en blijven hoog
Het RIVM schrijft in de VTV dat de komende 25 jaar het aantal mensen met overgewicht flink zal toenemen. De verwachte toename van overgewicht wordt landelijk in alle leeftijdsgroepen gezien. De toename van overgewicht heeft ook consequenties voor de kans op ziektes en beperkingen. In Brabant zien we een stijgende trend onder volwassenen en een licht-dalende trend onder ouderen.

Minder dan de helft van de Nederlandse bevolking voldoet aan de Richtlijnen goede voeding
Het RIVM laat in de VTV zien dat we te weinig vis, groente en fruit, en te veel rood vlees, zout en suiker eten. Wel zijn Nederlanders de afgelopen jaren iets gezonder gaan eten en drinken, waarbij we dichter in de buurt komen van de aanbevolen hoeveelheden van de voedingsrichtlijnen. Het is echter onzeker of deze ontwikkeling zich doorzet in de toekomst. In Brabant zien we bijvoorbeeld dat meer kinderen over de jaren fruit zijn gaan eten, maar minder kinderen groenten eten.

Onze leefstijl is deels gezonder, deels ongezonder geworden
Trends in voeding, overgewicht en beweging schommelen over tijd. Het verschilt per leeftijdsgroep of deze trend licht toeneemt/afneemt.

Overgewicht

Overgewicht en obesitas (ernstig overgewicht) wordt bepaald aan de hand van het BMI, de Body Mass Index: een maat die internationaal gebruikt wordt om het gewicht in verhouding tot de lichaamslengte te beoordelen op overgewicht. In de gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen van de GGD wordt uitgegaan van de volgende indeling:

BMI Definitie
BMI < 18,5 Ondergewicht
BMI 18,5 - 25,0 Gezond gewicht
BMI > 25 Overgewicht
BMI > 30 Ernstig overgewicht (obesitas)

Het is belangrijk om op te merken dat de Body Mass Index niet in alle situaties een betrouwbare maatstaf vormt (bijvoorbeeld voor zwangeren, mensen met een Aziatische achtergrond, en fanatieke krachtsporters is het niet betrouwbaar). Daarnaast houdt de BMI-score geen rekening met vetverdeling over het lichaam. Kijken naar de middelomtrek van mensen is daarom een belangrijke aanvulling op de BMI om overgewicht te beoordelen.

Voor de jeugd (2-18 jaar) zijn de BMI-grenzen per leeftijd geslacht verschillend. In dit BMI-score overzicht voor de jeugd vind je een grafiek waar per leeftijd en geslacht is aangegeven of de BMI-score binnen (ernstig) ondergewicht, gezond gewicht, (ernstig) overgewicht valt.

De gezondheidsmonitors van de drie Brabantse GGD’en vragen naar lengte en gewicht waarmee het BMI berekend wordt. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de middelomtrek.

Bron: https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/overgewicht.aspx

11% van de kinderen (2-11 jaar) heeft overgewicht (2021). Dit percentage is gelijk voor alle GGD-regio’s in Brabant. 7% van de ouders is van mening dat hun kind (0-11 jaar) iets of veel te zwaar is. Van alle kinderen met overgewicht in Noord-Brabant, vindt 61% van de ouders hun kind niet te zwaar. Dit laat zien dat het beeld dat ouders hebben van het gewicht van hun kind niet altijd overeenkomt met de werkelijke situatie.

26% van de jongvolwassenen (16-25 jaar) heeft overgewicht (2024). In de GGD-regio Brabant-Zuidoost is dit percentage lager, dan in de GGD-regio Hart voor Brabant en West-Brabant.

49% van de volwassenen (18-64 jaar) heeft overgewicht (2024). In de GGD-regio Brabant-Zuidoost is dit percentage lager, dan in de GGD-regio Hart voor Brabant en West-Brabant.

58% van de ouderen (65+ jaar) heeft overgewicht (2024). In de GGD-regio West-Brabant ligt dit percentage net wat hoger dan in de regio Hart voor Brabant en Brabant-Zuidoost.

Belangrijk

Deze verschillen in percentages tussen de GGD-regio’s zijn niet statistisch getoetst. Redenen voor de verschillen kunnen te maken hebben met kenmerken van de regio’s.

Overgewicht per gemeente en over tijd

Het gemiddelde percentage overgewicht (weergegeven in de provincie-kaart) is berekend door het percentage overgewicht per monitor (kind (4-11 jaar), screening van de jeugd (voor West-Brabant: 10-11 jarigen, voor Hart voor Brabant: 9-10 jarigen), volwassenen (18-64 jaar), ouderen (65+ jaar)) te combineren met de bevolkingsomvang in datzelfde jaar. Voor de jeugd in Brabant-Zuidoost zijn deze cijfers niet bekend. Daarom is voor de gemeenten in deze regio het gemiddelde genomen van Hart voor Brabant en West-Brabant (gemiddeld overgewichtspercentage 9-11 jarigen: 17%). De jongvolwassenen monitor is niet meegenomen in deze samengestelde berekening, vanwege de grote overlap in leeftijd met de volwassenen monitor.

Gemeente % kinderen met overgewicht % jeugdigen met overgewicht % jongvolwassenen met overgewicht % volwassenen met overgewicht % ouderen met overgewicht
Alphen-Chaam 7% 19% 29% 45% 55%
Altena 12% 13% 25% 52% 62%
Asten 9% niet bekend 19% 47% 57%
Baarle-Nassau 9% niet bekend niet bekend 51% 59%
Bergeijk 7% niet bekend 25% 53% 59%
Bergen op Zoom 13% 23% 28% 53% 61%
Bernheze 6% 13% 22% 48% 55%
Best 9% niet bekend 24% 46% 55%
Bladel 8% niet bekend 30% 47% 62%
Boekel 7% 11% 26% 48% 56%
Boxtel 14% 14% 31% 50% 57%
Breda 9% 15% 25% 42% 55%
Cranendonck 11% niet bekend 28% 44% 56%
Deurne 8% niet bekend 25% 48% 59%
Dongen 10% 18% 30% 52% 61%
Drimmelen 10% 14% 23% 54% 61%
Eersel 10% niet bekend 20% 54% 57%
Eindhoven 12% niet bekend 22% 42% 55%
Etten-Leur 10% 14% 29% 51% 59%
Geertruidenberg 11% 23% 36% 51% 62%
Geldrop-Mierlo 7% niet bekend 30% 51% 58%
Gemert-Bakel 10% niet bekend 20% 50% 61%
Gilze en Rijen 9% 13% 27% 55% 60%
Goirle 7% 12% 23% 49% 62%
Halderberge 14% 16% 30% 52% 61%
Heeze-Leende 6% niet bekend 26% 43% 47%
Helmond 16% niet bekend 27% 52% 62%
Heusden 9% 14% 24% 52% 59%
Hilvarenbeek 11% 12% 18% 50% 56%
Laarbeek 12% niet bekend 22% 55% 61%
Land van Cuijk 10% 14% 28% 54% 53%
Loon op Zand 9% 13% 28% 57% 64%
Maashorst 10% 16% 23% 50% 59%
Meierijstad 11% 16% 23% 49% 58%
Moerdijk 11% 18% 26% 59% 61%
Nuenen, Gerwen en Nederwetten 6% niet bekend 22% 42% 53%
Oirschot 11% niet bekend 16% 48% 53%
Oisterwijk 7% 16% 27% 47% 55%
Oosterhout 12% 20% 27% 52% 59%
Oss 12% 20% 29% 51% 60%
Reusel-De Mierden 10% niet bekend 27% 51% 59%
Roosendaal 11% 21% 29% 54% 60%
Rucphen 15% 24% 29% 55% 63%
's-Hertogenbosch 10% 17% 24% 44% 56%
Sint-Michielsgestel 10% 8% 28% 51% 58%
Someren 10% niet bekend 19% 49% 59%
Son en Breugel 11% niet bekend 20% 51% 54%
Steenbergen 14% 17% 31% 53% 68%
Tilburg 15% 21% 29% 49% 61%
Valkenswaard 12% niet bekend 23% 48% 57%
Veldhoven 10% niet bekend 22% 50% 60%
Vught 8% 12% 25% 47% 56%
Waalre 6% niet bekend 23% 47% 54%
Waalwijk 15% 22% 28% 57% 58%
Woensdrecht 13% 17% 25% 60% 65%
Zundert 8% 15% 33% 51% 58%
Jaar Kind (2-11 jaar) Jongvolwassenen (16-25 jaar) Volwassenen (18-64 jaar) Ouderen (65+ jaar)
2009 47% 61%
2012 47% 61%
2013 10%
2016 46% 60%
2017 10%
2020 48% 59%
2021 11%
2022 28% 50% 58%
2024 26% 49% 58%

Benieuwd naar de landelijke cijfers? In Bijlage 1 staan de meest recente cijfers uit deze factsheet weergegeven: voor de GGD-regio’s, provinciale en - waar beschikbaar - landelijke percentages.

Samenvatting

  • Overgewicht bij de jeugd: De cijfers tonen dat het percentage kinderen met overgewicht in alle Brabantse regio’s gelijk was in 2021. Ook bij jongvolwassenen is het aandeel overgewicht in Brabant gelijk gebleven ten opzichte van 2022. Dat de trend gelijk blijft is zorgelijk, omdat we juist een daling verwachten wanneer we de ambities uit het Preventieakkoord en de Gezonde Generatie 2040 willen realiseren.

  • Verschillen in de regio vs. landelijk: In vergelijking met het landelijke gemiddelde heeft Brabant een hoger aandeel inwoners (volwassenen en ouderen) met overgewicht. Wanneer we inzoomen op de GGD-regio’s, blijkt dat in West-Brabant en Hart voor Brabant zowel onder volwassenen als ouderen het aandeel met overgewicht significant hoger ligt dan landelijk. Dit is niet het geval in Brabant-Zuidoost.

  • Schommelende trend over tijd: Al sinds 2009 heeft ongeveer de helft van de volwassenen in Brabant overgewicht. Voor ouderen schommelt dit rond de 60%. Er is daarbij, ten opzichte van 2016, een stijgende trend te zien onder volwassenen (significant in de GGD-regio Hart voor Brabant en Brabant-Zuidoost), en een licht-dalende/stabiele trend onder ouderen. Over de gehele groep volwassenen (18+) in Brabant is een significant toename zichtbaar ten opzichte van 2016.

Belangrijk om te vermelden is dat de overgewichtspercentages voor kinderen (0-11 jaar), jongvolwassenen en volwassenen gebaseerd zijn op zelfrapportage: inwoners vullen zelf in wat hun gewicht en lengte is, waardoor er mogelijk sprake is van een onderschatting van het percentage inwoners met overgewicht.

Beweging

De Nederlandse beweegrichtlijn geeft aan hoeveel beweging nodig is voor een goede gezondheid. Het streven is dat in 2040 75% van de Nederlanders voldoet aan de Beweegrichtlijn, volgens het Nationaal Preventieakkoord. Voor kinderen (4-18 jaar) en volwassenen/ouderen (18+) gelden andere richtlijnen. De richtlijnen zijn voor iedere doelgroep van toepassing, dus ook (weliswaar met aanpassingen) voor zwangere en mensen met een beperking.

Activiteiten Kinderen (4-18 jaar) Volwassenen en ouderen (18+ jaar)
Matig of zwaar intensieve inspanning Minimaal 1 uur per dag Minimaal 2,5 uur per week
Spier- en botversterkende activiteiten Minimaal 3x per week Minimaal 2x per week
Stilzitten Voorkom veel stilzitten Voorkom veel stilzitten
Aanvullend
Voor senioren: bovenstaande combineren met balansoefeningen

Er zijn ook beweegadviezen voor 0-4 jarigen, gebaseerd op de internationale richtlijnen van de WHO. Er is echter meer onderzoek nodig naar de beweging in deze leeftijdsgroep, om hier kwantitatieve richtlijnen op vast te stellen.

45% van de kinderen (4-11 jaar) beweegt dagelijks minimaal 1 uur, volgens de Nederlandse Norm Gezond BewegenNederlandse Norm Gezond Bewegen. 80% van de ouders vindt dat het kind voldoende beweegt. Waar veel ouders dus denken dat hun kind voldoende beweegt, laat de werkelijkheid zien dat dit lang niet altijd het geval is.

 

Van alle kinderen dat onvoldoende beweegt volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, vindt bijna driekwart (71%) van de ouders dat hun kind voldoende beweegt.

Kind Ouder vindt dat kind voldoende beweegt Ouder vindt dat kind onvoldoende beweegt
beweegt voldoende (sport en/of beweegt 7 dagen per week minimaal 1 uur) 41% 4%
beweegt onvoldoende (sport en/of beweegt minder dan 7 dagen per week minimaal 1 uur) 39% 16%

Van de jongeren uit klas 2 en 4 van het Voortgezet Onderwijs (VO) in Noord-Brabant, beweegt slechts 15% dagelijks minimaal 1 uur. Dit verschilt minimaal tussen de GGD-regio’s.

29% van de jongvolwassenen (16-25 jaar) beweegt dagelijks minimaal een half uur. Dit verschilt minimaal tussen de GGD-regio’s.

49% van de volwassenen (18-64 jaar) voldoet aan de BeweegrichtlijnenBeweegrichtlijnen. In de GGD-regio West-Brabant is dit percentage iets lager dan in de regio Hart voor Brabant en Brabant-Zuidoost.

41% van de ouderen (65+ jaar) voldoet aan de BeweegrichtlijnenBeweegrichtlijnen. In de GGD-regio West-Brabant is dit percentage iets lager dan in de regio Hart voor Brabant en Brabant-Zuidoost.

Bekijk hier de cijfers over sport en beweging voor:
Kind (1-11 jaar)
jeugd (klas 2-4 VO)
jongvolwassenen (16-25 jaar)
volwassenen (18-64 jaar)
ouderen (65+ jaar)

Beweegrichtlijn-cijfers per gemeente en over tijd

Het percentage beweegt voldoende monitor-overstijgend (weergegeven in de provincie-kaart) is berekend door, per monitor (kind (4-11 jaar), jeugd 2-4VO (13-16 jaar), volwassenen (18-64 jaar), ouderen (65+ jaar)), het percentage dat voldoende beweegt te combineren met de bevolkingsomvang in datzelfde jaar. De jongvolwassenen monitor is hierin niet meegenomen, vanwege de grote overlap in leeftijd met de volwassenen monitor.

Gemeente % kinderen dat dagelijks minimaal 1 uur beweegt % jeugdigen dat dagelijks minimaal 1 uur beweegt % jongvolwassenen dat dagelijks minimaal half uur beweegt % volwassenen dat aan beweegrichtlijn voldoet % ouderen dat aan beweegrichtlijn voldoet
Alphen-Chaam 50% 11% 25% 45% 41%
Altena 45% 15% 24% 40% 34%
Asten 47% niet bekend 31% 45% 48%
Baarle-Nassau 49% 13% niet bekend 48% 38%
Bergeijk 52% 16% 26% 50% 45%
Bergen op Zoom 50% 14% 26% 47% 38%
Bernheze 46% 14% 26% 49% 49%
Best 44% 15% 29% 45% 41%
Bladel 51% niet bekend 29% 45% 39%
Boekel 46% 26% 28% 54% 45%
Boxtel 51% 14% 30% 53% 46%
Breda 45% 15% 28% 53% 38%
Cranendonck 41% 19% 25% 45% 40%
Deurne 48% niet bekend 33% 48% 46%
Dongen 41% 14% 25% 43% 44%
Drimmelen 44% 16% 27% 46% 44%
Eersel 42% 9% 26% 47% 46%
Eindhoven 38% 15% 30% 57% 41%
Etten-Leur 43% 14% 27% 46% 39%
Geertruidenberg 48% 15% 19% 45% 35%
Geldrop-Mierlo 38% 26% 29% 52% 50%
Gemert-Bakel 48% 18% 32% 46% 48%
Gilze en Rijen 50% 18% 33% 51% 37%
Goirle 52% 12% 33% 51% 46%
Halderberge 50% 15% 27% 51% 36%
Heeze-Leende 53% niet bekend 36% 51% 45%
Helmond 44% 14% 29% 49% 35%
Heusden 52% 15% 27% 46% 43%
Hilvarenbeek 48% 18% 21% 50% 45%
Laarbeek 47% 21% 33% 46% 43%
Land van Cuijk 43% 17% 31% 47% 47%
Loon op Zand 54% 13% 29% 37% 37%
Maashorst 47% 14% 32% 50% 45%
Meierijstad 46% 17% 27% 50% 47%
Moerdijk 45% 13% 21% 41% 40%
Nuenen, Gerwen en Nederwetten 48% 23% 31% 47% 44%
Oirschot 38% 12% 35% 50% 44%
Oisterwijk 48% 16% 32% 51% 44%
Oosterhout 46% 14% 25% 47% 40%
Oss 45% 15% 32% 45% 41%
Reusel-De Mierden 43% niet bekend 20% 46% 41%
Roosendaal 45% 11% 31% 42% 40%
Rucphen 39% 18% 29% 40% 34%
's-Hertogenbosch 48% 13% 30% 50% 39%
Sint-Michielsgestel 46% 19% 29% 47% 48%
Someren 47% 7% 29% 50% 42%
Son en Breugel 49% 22% 35% 47% 45%
Steenbergen 50% 15% 29% 38% 36%
Tilburg 41% 12% 27% 51% 34%
Valkenswaard 49% niet bekend 29% 45% 46%
Veldhoven 42% 13% 30% 53% 38%
Vught 51% 13% 28% 49% 46%
Waalre 47% niet bekend 41% 58% 46%
Waalwijk 50% 13% 33% 42% 39%
Woensdrecht 42% 15% 31% 43% 37%
Zundert 39% 14% 31% 48% 42%

Kind (4-11 jaar): beweegt dagelijks minimaal 1 uur (Nederlandse Norm Gezond Bewegen)
Jeugd klas 2-4 VO: Beweegt dagelijks minstens 1 uur
Jongvolwassenen (16-25 jaar): Beweegt dagelijks minimaal een half uur
Volwassenen (18-64 jaar): Voldoet aan de Beweegrichtlijnen (2017)
Ouderen (65+ jaar): Voldoet aan de Beweegrichtlijnen (2017)

Jaar Kind (2-11 jaar) Jeugd klas 2-4 VO Jongvolwassenen (16-25 jaar) Volwassenen (18-64 jaar) Ouderen (65+ jaar)
2012 53% 34%
2016 55% 38%
2020 53% 39%
2021 45% 16%
2022 54% 47% 37%
2023 15%
2024 57% 49% 41%

Gemeente in actie

Top 3 van meest genoemde acties door inwoners (18+) die de gemeente kan ondernemen om mensen meer te laten bewegen in de buurt:
1. Betere kwaliteit van fiets-/voetpaden (24%)
2. Betere verlichting van fiets-/voetpaden (18%)
3. Meer wandel- en fietsroutes maken (17%) / Meer of betere zit-/rustplekken (17%)

Het percentage geeft het aandeel inwoners (18+) weer dat vindt dat de gemeente iets kan doen om inwoners meer in beweging te krijgen. De kleur van de gemeente is hieraan gekoppeld: hoe donkerder rood, hoe groter het aandeel inwoners dat vindt dat de gemeente iets kan doen. De kleurtint komt overeen met de actie die het hoogste percentage kreeg.

Gemeente % Betere kwaliteit fiets-/voetpaden % Betere verlichting fiets-/voetpaden % Meer wandel- en fietsroutes maken % Meer of betere zit-/rustplekken % Sporttoestellen plaatsen % Meer groen en water aanleggen in buurt % Fiets- en voetpaden aanleggen % Betere toegankelijkheid groen/parken % Meer alledaagse voorzieningen in buurt % Meer georganiseerde activiteiten % Meer/andere sportaccommodaties/-clubs
Alphen-Chaam 21% 22% 10% 15% 10% 10% 10% 7% 9% 5% 7%
Altena 21% 15% 17% 18% 14% 11% 11% 7% 9% 10% 10%
Asten 23% 19% 16% 16% 18% 14% 12% 9% 5% 5% 5%
Baarle-Nassau 23% 22% 11% 19% 8% 10% 12% 7% 9% 8% 8%
Bergeijk 27% 17% 17% 12% 9% 11% 17% 5% 13% 7% 6%
Bergen op Zoom 21% 17% 15% 17% 12% 14% 10% 10% 6% 8% 6%
Bernheze 29% 21% 18% 15% 13% 15% 14% 7% 9% 7% 6%
Best 17% 13% 16% 15% 16% 16% 9% 9% 5% 10% 3%
Bladel 28% 21% 18% 12% 7% 17% 13% 9% 9% 6% 4%
Boekel 31% 18% 19% 12% 11% 15% 12% 6% 7% 4% 5%
Boxtel 29% 15% 20% 19% 11% 10% 12% 10% 7% 6% 4%
Breda 24% 19% 19% 20% 16% 20% 10% 12% 7% 9% 7%
Cranendonck 29% 15% 16% 21% 11% 16% 11% 6% 7% 9% 5%
Deurne 27% 29% 16% 20% 13% 14% 10% 11% 7% 8% 5%
Dongen 20% 12% 16% 11% 10% 11% 8% 7% 8% 6% 4%
Drimmelen 27% 15% 17% 11% 10% 11% 10% 8% 11% 8% 5%
Eersel 28% 19% 14% 14% 14% 10% 14% 8% 7% 6% 6%
Eindhoven 23% 17% 19% 20% 21% 25% 9% 15% 8% 12% 11%
Etten-Leur 21% 15% 16% 18% 14% 14% 7% 10% 4% 8% 4%
Geertruidenberg 29% 17% 19% 19% 11% 16% 11% 12% 9% 9% 5%
Geldrop-Mierlo 23% 16% 15% 20% 13% 17% 10% 9% 3% 8% 6%
Gemert-Bakel 29% 18% 15% 17% 14% 11% 11% 9% 12% 7% 5%
Gilze en Rijen 27% 18% 19% 17% 13% 16% 11% 9% 5% 6% 5%
Goirle 24% 16% 13% 17% 14% 11% 8% 8% 6% 8% 5%
Halderberge 31% 22% 19% 22% 13% 20% 17% 16% 7% 5% 8%
Heeze-Leende 33% 18% 12% 12% 14% 10% 10% 7% 6% 7% 7%
Helmond 23% 21% 17% 21% 17% 16% 10% 10% 10% 11% 10%
Heusden 31% 19% 14% 13% 17% 13% 14% 9% 7% 7% 5%
Hilvarenbeek 27% 16% 13% 12% 11% 12% 10% 4% 6% 5% 6%
Laarbeek 24% 14% 17% 15% 6% 11% 9% 9% 9% 8% 6%
Land van Cuijk 23% 20% 15% 17% 13% 9% 10% 7% 10% 5% 5%
Loon op Zand 18% 14% 11% 17% 13% 18% 6% 8% 9% 7% 5%
Maashorst 27% 18% 13% 15% 12% 11% 10% 7% 5% 7% 6%
Meierijstad 27% 19% 18% 16% 13% 13% 11% 10% 8% 5% 4%
Moerdijk 33% 19% 21% 20% 13% 19% 17% 14% 15% 10% 8%
Nuenen c.a. 17% 14% 12% 16% 12% 11% 8% 6% 7% 6% 4%
Oirschot 32% 22% 12% 14% 12% 9% 9% 7% 6% 5% 4%
Oisterwijk 23% 14% 12% 12% 12% 11% 8% 7% 5% 6% 4%
Oosterhout 23% 18% 20% 18% 14% 13% 11% 8% 6% 7% 5%
Oss 21% 20% 17% 18% 16% 16% 10% 9% 7% 7% 8%
Reusel-De Mierden 35% 19% 16% 14% 15% 14% 12% 10% 11% 7% 7%
Roosendaal 31% 23% 20% 21% 15% 17% 12% 11% 9% 8% 6%
Rucphen 19% 17% 17% 20% 14% 22% 12% 10% 13% 9% 9%
's-Hertogenbosch 16% 16% 16% 16% 15% 13% 8% 10% 6% 10% 9%
Sint-Michielsgestel 30% 19% 11% 13% 13% 9% 11% 6% 7% 6% 7%
Someren 18% 16% 10% 11% 12% 10% 8% 6% 7% 3% 3%
Son en Breugel 30% 18% 13% 15% 10% 10% 10% 7% 5% 8% 4%
Steenbergen 25% 19% 20% 19% 17% 14% 15% 10% 9% 8% 8%
Tilburg 21% 17% 22% 18% 15% 23% 10% 15% 5% 10% 6%
Valkenswaard 23% 14% 15% 15% 11% 12% 8% 7% 7% 7% 6%
Veldhoven 22% 17% 18% 15% 16% 21% 9% 10% 6% 9% 7%
Vught 23% 13% 16% 12% 9% 7% 10% 5% 4% 6% 5%
Waalre 30% 18% 14% 14% 18% 9% 11% 6% 6% 10% 5%
Waalwijk 22% 16% 15% 17% 12% 12% 11% 11% 8% 7% 5%
Woensdrecht 24% 20% 13% 22% 11% 13% 10% 10% 8% 9% 6%
Zundert 28% 19% 21% 16% 13% 10% 13% 6% 5% 7% 7%

Welke acties worden het minst benoemd?

De bottom 3 van genoemde acties door inwoners (acties die inwoners het minst vaak benoemen als punt voor gemeenten om beweging te bevorderen) zijn:
1. Zorgen voor meer of andere sportaccommodaties of sportverenigingen (7%)
2. Meer alledaagse voorzieningen in buurt (zoals een supermarkt) (7%)
3. Groter aanbod van georganiseerde activiteiten (8%)

Samenvatting

  • Beweging onder de jeugd: Onder kinderen (4-11 jaar) in Brabant voldoet iets minder dan de helft aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Bij jongeren (klas 2-4 VO) is, ten opzichte van 2021, een lichte daling te zien in de provincie. Deze daling is significant in West-Brabant; in Hart voor Brabant en Brabant-Zuidoost bleef het aandeel gelijk. Jongvolwassenen bewegen juist meer dan in 2022, vooral in Hart voor Brabant en Brabant-Zuidoost. In West-Brabant bleef dit aandeel gelijk.

  • Verschillen in de regio vs. landelijk: volwassenen in Brabant bewegen significant minder dan landelijk. Dit geldt met name voor de GGD-regio West-Brabant en Hart voor Brabant. Ouderen laten een gemengd beeld zien: er wordt in Brabant-Zuidoost en Hart voor Brabant (iets) meer bewogen, maar significant minder in West-Brabant vergeleken met landelijk. De jeugd en jongvolwassenen uit de regio’s Hart voor Brabant en Brabant-Zuidoost bewegen niet evenveel als het landelijk gemiddelde, in West-Brabant is dit significant minder.

  • Trend voor volwassenen en ouderen verschilt: Het aandeel volwassenen (18-64 jaar) dat voldoet aan de beweegrichtlijnen, is in 2024 significant gedaald ten opzichte van 2016, in alle Brabantse GGD-regio’s. Daarentegen is het aandeel ouderen (65+ jaar) dat voldoet aan de beweegrichtlijn toegenomen ten opzichte van 2016.

Deze ontwikkelingen en daling in beweging onder volwassenen en sommige jeugdgroepen zijn niet de gewenste trend en laten zien dat er gezamenlijk meer inspanning nodig is om de beweegambities voor Brabant te behalen. We moeten aan de bak!

Voeding

Wat en hoeveel gezond is om te eten is niet in één definitie te omvatten. Het hangt namelijk onder andere af van de hoeveelheid energie die een persoon verbruikt op een dag. En dat verschilt per leeftijdsfase, lengte, geslacht en mate van bewegingsactiviteit.

De Richtlijnen Goede Voeding 2015 biedt een leidraad voor wat gezonde voedingsmiddelen en voedingspatronen zijn, met de bedoeling om de meest voorkomende chronische ziektes in Nederland te voorkomen. Het Voedingscentrum vertaalt deze richtlijnen naar voedingsadviezen (de Schijf van Vijf), gespecificeerd voor verschillende leeftijdsfasen en specifieke doelgroepen (zoals zwangere en mensen met hart- en vaatziekten).

De gezondheidsmonitors voor jongvolwassenen, volwassenen en ouderen van de drie Brabantse GGD’en vragen niets over voeding. In de kindmonitor wordt wel bij ouders van kinderen in de leeftijd 0 tot 11 jaar gevraagd naar de voeding en voedingspatronen.

19% van de kinderen (1-11 jaar) eet niet dagelijks fruit (2021). 33% van de kinderen eet niet dagelijks groente. Deze percentages verschillen minimaal tussen de drie GGD-regio’s in Brabant. 4% van de kinderen in de provincie ontbijt niet dagelijks. Slechts een klein aandeel (2%) van de ouders geeft aan dat het kind door geldgebrek niet dagelijks melk, groente of fruit krijgt. Het drinkgedrag van kinderen is verbeterd tussen 2013 en 2021: meer kinderen drinken water of thee zonder suiker, en meer kinderen drinken maximaal 1 glas suikerhoudende drank per week.

Onder jongeren uit klas 2 en 4 VO, geeft maar 1% aan door geldgebrek geen geld te hebben voor elke dag ontbijt, lunch of avondeten. In West-Brabant voldeed in 2019 94% van de jongeren aan de richtlijn voor energiedrank (maximaal 1 blikje energiedrank per dag) en drinkt 37% dagelijks drankjes met suiker.

Gezonde voeding per gemeente en over tijd

Het percentage gezonde voeding (weergegeven in de provincie-kaart) is een gemiddelde berekening over de 5 indicatoren (eet dagelijks gruit, groente, ontbijt, 2 zoete/hartige tussendoortjes en drinkt dagelijks water of thee zonder suiker) uit 2021.

Gemeente % eet dagelijks fruit % eet dagelijks groente % ontbijt dagelijks % eet dagelijks max. 2 zoete/hartige tussendoortjes % drinkt dagelijks water of thee zonder suiker Gemiddeld % gezonde voeding
Alphen-Chaam 84% 75% 97% 90% 79% 85%
Altena 71% 56% 98% 88% 64% 75%
Asten 82% 65% 98% 93% 71% 82%
Baarle-Nassau 77% 63% 96% 90% 76% 80%
Bergeijk 76% 61% 95% 90% 70% 78%
Bergen op Zoom 81% 68% 95% 88% 77% 82%
Bernheze 80% 65% 96% 90% 66% 79%
Best 83% 72% 98% 87% 81% 84%
Bladel 75% 65% 96% 88% 72% 79%
Boekel 80% 59% 96% 92% 73% 80%
Boxtel 83% 68% 97% 87% 82% 83%
Breda 85% 75% 97% 88% 81% 85%
Cranendonck 80% 68% 95% 88% 76% 81%
Deurne 76% 61% 97% 92% 64% 78%
Dongen 77% 60% 98% 84% 74% 79%
Drimmelen 81% 66% 96% 92% 74% 82%
Eersel 78% 67% 97% 88% 77% 81%
Eindhoven 83% 70% 96% 88% 81% 84%
Etten-Leur 80% 68% 96% 90% 74% 82%
Geertruidenberg 77% 61% 97% 88% 72% 79%
Geldrop-Mierlo 80% 68% 97% 88% 74% 81%
Gemert-Bakel 79% 67% 95% 91% 67% 80%
Gilze en Rijen 78% 63% 98% 88% 71% 80%
Goirle 80% 65% 96% 91% 77% 82%
Halderberge 88% 69% 96% 89% 72% 83%
Heeze-Leende 82% 75% 98% 90% 77% 84%
Helmond 79% 62% 96% 87% 74% 80%
Heusden 83% 71% 97% 89% 81% 84%
Hilvarenbeek 76% 64% 97% 88% 75% 80%
Laarbeek 81% 69% 99% 92% 79% 84%
Land van Cuijk 80% 65% 96% 89% 70% 80%
Loon op Zand 81% 68% 97% 91% 76% 83%
Maashorst 80% 61% 97% 87% 76% 80%
Meierijstad 84% 70% 97% 90% 77% 84%
Moerdijk 83% 65% 96% 87% 74% 81%
Nuenen, Gerwen en Nederwetten 81% 59% 96% 88% 70% 79%
Oirschot 80% 74% 98% 88% 81% 84%
Oisterwijk 78% 68% 98% 85% 75% 81%
Oosterhout 79% 69% 98% 85% 77% 82%
Oss 82% 65% 97% 88% 80% 82%
Reusel-De Mierden 82% 66% 96% 88% 71% 81%
Roosendaal 80% 69% 97% 87% 72% 81%
Rucphen 80% 66% 97% 88% 79% 82%
's-Hertogenbosch 80% 57% 95% 87% 72% 78%
Sint-Michielsgestel 82% 70% 98% 89% 77% 83%
Someren 82% 61% 96% 88% 70% 79%
Son en Breugel 79% 69% 98% 90% 75% 82%
Steenbergen 79% 63% 95% 90% 72% 80%
Tilburg 80% 65% 95% 85% 76% 80%
Valkenswaard 84% 72% 96% 87% 73% 82%
Veldhoven 81% 67% 94% 89% 77% 82%
Vught 83% 74% 98% 90% 86% 86%
Waalre 81% 76% 97% 88% 83% 85%
Waalwijk 79% 63% 95% 89% 69% 79%
Woensdrecht 72% 67% 96% 87% 79% 80%
Zundert 82% 65% 97% 87% 76% 81%
Gezonde voeding aspecten 2013 2017 2021
Eet dagelijks fruit 77% 80% 81%
Eet dagelijks groente 70% 69% 67%
Drinkt max. 1 glas suikerhoudende drank per week 13% 29% 37%
Ontbijt dagelijks 98% 97% 96%
Eet max. 2 keer per dag een zoet/hartig tussendoortje 86% 91% 88%
Drinkt dagelijks water of thee zonder suiker 55% 72% 76%

Samenvatting

Onder kinderen (1-11 jaar) zien we sinds 2013 een verbetering in het dagelijks eten van fruit en het drinken van het drinken van water of thee zonder suiker. Daarbij stijgt het percentage kinderen dat maximaal 1 glas suikerhoudende drank per week drinkt.

Tegelijkertijd zien we een verslechtering in het dagelijks eten van groente: het aandeel kinderen dat dagelijks groente eet neemt significant af sinds 2013, in Hart voor Brabant en Brabant-Zuidoost. Ook is in deze regio’s het aandeel dat niet dagelijks ontbijt significant toegenomen ten opzichte van 2013.

Relatie met andere aspecten

Hoe staat overgewicht in relatie tot andere thema’s? In deze factsheet gaan we in op de relatie met positieve gezondheid en risicofactoren.

Belangrijk

We spreken hier over samenhang tussen overgewicht en de hieronder genoemde factoren en doen hier geen uitspraken over oorzakelijkheid. Deze gegevens laten dus zien dát er een relatie is, maar geven niet aan dat de ene factor de andere veroorzaakt.

Positieve gezondheid

Ervaren mensen met overgewicht of die voldoen aan de beweegrichtlijn meer of minder positieve gezondheidpositieve gezondheid? Hieronder geven we een aantal aspecten weer die uitgevraagd zijn in de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen, en die te relateren zijn aan een van de zes dimensies van positieve gezondheid, te weten:

  • Lichamelijk functioneren: ik ervaar mijn gezondheid als (zeer) goed
  • Mentaal welbevinden: ik heb geen psychische klachten
  • Dagelijks functioneren: ik heb het gevoel regie te hebben over mijn eigen leven
  • Meedoen: ik voel mij niet eenzaam
  • Kwaliteit van leven: Ik voel mij gelukkig
  • Zingeving: Ik ervaar een doel/richting in mijn leven

Overgewicht

Mensen met obesitas scoren op vrijwel alle aspecten van positieve gezondheid lager dan mensen met een normaal gewicht of overgewicht. Vooral het lichamelijk functioneren laat duidelijke verschillen zien.

Positieve gezondheid aspect Normaal gewicht Overgewicht Obesitas
Zingeving: % dat een doel/richting ervaart in het leven 67% 67% 59%
Mentaal welbevinden: % dat geen angst- of depressiegevoelens heeft 53% 55% 47%
Lichamelijk functioneren: % dat gezondheid als (zeer) goed ervaart 84% 77% 60%
Dagelijks functioneren: % dat zich goed redt in het dagelijks leven 92% 90% 83%
Meedoen: % dat zich niet eenzaam voelt 59% 57% 49%
Kwaliteit van leven: % dat zich gelukkig voelt 78% 78% 71%
Positieve gezondheid aspect Normaal gewicht Overgewicht Obesitas
Zingeving: % dat een doel/richting ervaart in het leven 62% 64% 57%
Mentaal welbevinden: % dat geen angst- of depressiegevoelens heeft 70% 65% 51%
Lichamelijk functioneren: % dat gezondheid als (zeer) goed ervaart 82% 83% 79%
Dagelijks functioneren: % dat zich goed redt in het dagelijks leven 60% 60% 55%
Meedoen: % dat zich niet eenzaam voelt 53% 53% 48%
Kwaliteit van leven: % dat zich gelukkig voelt 85% 86% 80%

Beweging

Mensen die voldoen aan de Beweegrichtlijn ervaren hun gezondheid op meerdere vlakken positiever dan mensen die dat niet doen. Wederom is het verschil het duidelijkst binnen het aspect lichamelijk functioneren.

Positieve gezondheid aspect Voldoet aan Beweegrichtlijn Voldoet niet aan Beweegrichtlijn
Zingeving: % dat een doel/richting ervaart in het leven 69% 62%
Mentaal welbevinden: % dat geen angst- of depressiegevoelens heeft 55% 51%
Lichamelijk functioneren: % dat gezondheid als (zeer) goed ervaart 83% 73%
Dagelijks functioneren: % dat zich goed redt in het dagelijks leven 92% 87%
Meedoen: % dat zich niet eenzaam voelt 60% 54%
Kwaliteit van leven: % dat zich gelukkig voelt 80% 74%
Positieve gezondheid aspect Voldoet aan Beweegrichtlijn Voldoet niet aan Beweegrichtlijn
Zingeving: % dat een doel/richting ervaart in het leven 67% 53%
Mentaal welbevinden: % dat geen angst- of depressiegevoelens heeft 67% 57%
Lichamelijk functioneren: % dat gezondheid als (zeer) goed ervaart 77% 55%
Dagelijks functioneren: % dat zich goed redt in het dagelijks leven 91% 80%
Meedoen: % dat zich niet eenzaam voelt 58% 47%
Kwaliteit van leven: % dat zich gelukkig voelt 87% 78%

Risicogroepen

In een monitor-overstijgende analyse (2025) is op provincieniveau gekeken welke factoren samenhangen met een hoger risico op het hebben van overgewicht. Uit de resultaten blijkt dat een lager opleidingsniveau, financiële problemen thuis (moeite met rondkomen), weinig beweging en een matige tot slechte ervaren gezondheid samenhangen met een verhoogd risico in vrijwel alle leeftijdsgroepen. Hieronder worden de 3 grootste risicofactoren per monitor weergegeven.

Kinderen blootgesteld aan rook in huis hebben 1,9× meer kans op overgewicht dan kinderen die niet blootgesteld zijn aan rook in huis.

 

Kinderen waarvan de moeder heeft gerookt tijdens zwangerschap hebben 1,9× meer kans op overgewicht dan kinderen waarvan de moeder niet heeft gerookt.

 

Kinderen met een migratiegrond hebben 1,8× meer kans op overgewicht dan kinderen zonder migratieachtergrond.

Andere risicofactoren zijn: matige tot slechte gezondheid ervaren, moeite met rondkomen, eenoudergezin, niet dagelijks ontbijten, onvoldoende bewegen en minstens 2 uur per dag voor de tv/computer zitten.

Jongeren die vmbo-onderwijs volgen, hebben 2,3× meer kans op overgewicht, dan jongeren die vwo-onderwijs volgen.

 

Jongeren uit een éénoudergezin, hebben 1,9× meer kans op overgewicht dan jongeren die niet in een eenoudergezin wonen.

 

Jongeren die hun gezondheid als matig of slecht ervaren, hebben 1,8× meer kans op overgewicht dan jongeren die hun gezondheid als (zeer) goed ervaren.

Andere risicofactoren zijn: volgen van havo-onderwijs (vergeleken met vwo-onderwijs), wonen in sterk stedelijk gebied, moeite met rondkomen, onvoldoende bewegen en eenzaamheid.

Ten opzichte van jongvolwassenen van 16-17 jaar, hebben jongvolwassenen van 18-20 jaar 1,5× meer kans op het hebben van overgewicht. Jongvolwassenen van 21-25 jaar hebben zelfs 2,7× meer kans op overgewicht dan 16-17-jarigen.

 

Jongvolwassenen die geen opleiding, vso, praktijkonderwijs, vmbo of mbo 1 volgen of afgerond hebben, hebben 1,8× meer kans op overgewicht dan jongvolwassenen die hbo/wo-opleidingsniveau hebben.

 

Jongvolwassenen die hun gezondheid als matig of slecht ervaren, hebben 1,5× meer kans op overgewicht dan jongvolwassenen die hun gezondheid als goed ervaren.

Andere risicofactoren zijn: volgen of afgerond hebben van havo, vwo of mbo2-4, onvoldoende bewegen, dagelijks roken, moeite met rondkomen, vrouw zijn en niet woonachtig zijn bij ouders.

Ten opzichte van 18-24-jarigen hebben 25-39-jarigen 2,4× meer kans op het hebben van overgewicht. Voor 40-54-jarigen is dit zelfs 3,7× meer kans en voor 55-64-jarigen 3,9× meer kans.

 

Ten opzichte van volwassenen met een hbo/wo-opleiding, hebben volwassenen die havo, vwo of mbo 2-4 afgerond hebben 1,6× meer kans op het hebben van overgewicht. Dat geldt ook voor volwassenen die geen opleiding, vso, praktijkonderwijs, vmbo of mbo 1 afgerond hebben.

 

Volwassenen die hun gezondheid als matig of slecht ervaren, hebben 1,8× meer kans op overgewicht dan volwassenen die hun gezondheid als goed ervaren.

Andere risicofactoren zijn: minimaal één chronische aandoening hebben, moeite met rondkomen en vaak gestrest zijn.

Ouderen die geen opleiding, vso, praktijkonderwijs vmbo of mbo 1 hebben afgerond, hebben 1,7× meer kans op overgewicht dan ouderen met hbo/wo opleiding.

 

Ouderen die onvoldoende bewegen hebben 1,5× meer kans op overgewicht dan ouderen die voldoende bewegen.

 

Ouderen die moeite hebben met rondkomen, hebben 1,5× meer kans op overgewicht dan ouderen zonder moeite met rondkomen.

Andere risicofactoren zijn: Havo, vwo of mbo 2-4 afgerond hebben (i.v.t. hbo/wo opleiding), matige of slechte gezondheid ervaren en overmatige drinker zijn.

Toekomstverwachting

Overgewicht

In de Volksgezondheid Toekomst Verkenning wordt aangegeven dat er een flinke stijging in overgewicht verwacht wordt in de komende 25 jaar (RIVM, 2024). De verwachting is dat in 2050 64% van de Nederlanders overgewicht heeft. Dit heeft gevolgen voor ziektes en beperkingen: naarmate het aandeel inwoners met overgewicht toeneemt, zal ook het risico op diabetes type 2, hart- en vaatziekten, verschillende soorten kanker, artrose en infectierisico toenemen.

Leefstijl en vergrijzing

De vergrijzing van de samenleving brengt uitdagingen met zich mee. De ziektelast in de toekomst zal in toenemende mate bestaan uit ouderdomsziekten en (chronische) aandoeningen op latere leeftijd. Deze ziektelast tegengaan zal mede moeten gebeuren via gezondheidsbevordering, zoals het creëren van een gezonde voedsel- en leefomgeving die gezond gedrag stimuleren. Gezond gedrag nu is belangrijk voor de gezondheid later in het leven (RIVM, 2024).

Beleid en Preventie

We willen de trend rondom overgewicht, bewegen en gezond eten veranderen. Preventieve maatregelen stimuleren daarin door zowel de omgeving gezonder te maken als inwoners individueel te ondersteunen via lokale interventies en programma’s. Onderstaand geven we enkele voorbeelden van wat we al doen en wat we allemaal nog meer kunnen doen. Maar dit is zeker niet uitputtend: er zijn nog veel meer manieren waarop we samen een gezonde leefstijl kunnen stimuleren.

Wat kunnen we allemaal doen?

Een gezonde omgeving voor iedereen

Gezonde voedselomgeving

De aanwezigheid van veel verkooppunten van ongezonde producten in een wijk hangt samen met een hoger aantal mensen met obesitas. Een gezonde voedselomgeving helpt mensen om daadwerkelijk gezonde keuzes te maken. Zonder zo’n omgeving heeft het aanleren van een gezonde leefstijl maar beperkte invloed op iemands gedrag. Denk bijvoorbeeld aan scholen die aandacht besteden aan gezonde voeding: die inspanningen hebben weinig effect als de school wordt omringd door cafetaria’s en supermarkten waar het aanbod van ongezonde voeding groot is. Het is daarom belangrijk om ook de omgeving gezonder in te richten.

Bekijk hier een kaart van Brabant die het aantal cafetaria’s en gemiddelde afstand tot cafetaria’s visualiseert, en het aandeel volwassenen met overgewicht: Voedselomgeving (Brabantse Omgevingscan). Hier lees je ook tips voor de leefomgeving en andere gerelateerde gezondheidsindicatoren.

Gezonde leefomgeving

Een veilige en aantrekkelijke omgeving (waarin bijvoorbeeld gewandeld en gefietst kan worden) werkt stimulerend voor lichaamsbeweging. Denk ook aan schone lucht, voldoende groen en weinig geluidsoverlast. Als de leefomgeving ongezond is heeft dat negatieve gevolgen voor zowel de lichamelijke als mentale gezondheid. Het stimuleren van een gezonde leefstijl heeft pas echt effect wanneer de omgeving dit ondersteunt.

De leefomgeving in Noord-Brabant hebben we in kaart gebracht met betrekking tot omgevingsveiligheid, gezonde mobiliteit, gezonde woningen en straling. Ook lees je op de Brabantse Omgevingsscan (BrOs) tips voor de leefomgeving.

Collectieve, lokale en individuele aanpakken en interventies

JOGG-aanpak

JOGG is een landelijke aanpak die gemeenten ondersteunt bij het creëren van een omgeving waarin kinderen en jongeren gezond kunnen opgroeien. Het gaat hierbij om collectieve preventie. JOGG richt zich op de omgeving: thuis, op school, in de buurt, sport en vrije tijd. Het doel van JOGG is om de omgeving waarin kinderen en jongeren opgroeien structureel gezonder te maken. Hier lees je voorbeelden van JOGG in Oss, Eindhoven, Breda en Roosendaal.

Hieronder geven we een overzicht van voorbeelden van aanpakken. Een volledig overzicht van interventies, en hun niveau van erkenning, vind je hier: Loketgezondleven.nl

Voorbeelden van aanpakken in de regio
Aanpak Beschrijving Doelgroep
Voorbeelden per GGD Regio
West-Brabant Hart voor Brabant Brabant-Zuidoost
Kind naar Gezond Gewicht De ketenaanpak Kind naar Gezond Gewicht bevordert de gezondheid en kwaliteit van leven van kinderen met overgewicht. Het gaat hierbij om persoonlijke begeleiding van het kind en het gezin door een centrale zorgverlener, met aandacht voor voeding, bewegen, slaap en mentaal welzijn. Gezinnen met kinderen met overgewicht of obesitas KnGG bij GGD West-Brabant KnGG bij GGD Hart voor Brabant KnGG bij GGD Brabant-Zuidoost
Gezonde school De gezonde school-aanpak is een omgevingsgerichte aanpak die een gezonde leefstijl van leerlingen en studenten stimuleert, via gezondheidsthema’s die de school kiest (bijvoorbeeld voeding, beweging, mediawijsheid). Leerlingen van Primair, Gespecialiseerd en Voortgezet en Middelbaar Beroeps onderwijs. Gezonde school GGD West-Brabant Gezonde school GGD Hart voor Brabant Gezonde school GGD Brabant-Zuidoost
Gezonde Buurten Gezonde buurten is een omgevingsgerichte aanpak waarbij buurtbewoners de buurt op de schop nemen en de fysieke omgeving ingericht wordt met ruimte voor spelen, ontmoeten en natuur. Alle buurtbewoners Linie-Doornbos en Kesteren-Muizenberg in Breda De Bunders in Veghel De Groene Long in Eindhoven

Wordt de aanpak in mijn gemeente aangeboden? Dat kan je zien op de kaart van programma’s voor gezonde jeugd, van Loketgezondleven.nl

Materialen (informatie, richtlijnen, handreiking) om een lokale aanpak te realiseren, vind je op de website van Kind naar Gezonder Gewicht.

Gecombineerde Leefstijl Interventies

Volwassenen met overgewicht en obesitas en/of meerdere chronische aandoeningen kunnen gebruik maken van de Gecombineerde Leefstijl Interventies (GLI). De GLI is een programma waarin mensen voor de duur van twee jaar advies en begeleiding krijgen over een gezonde leefstijl. Onderdelen zijn gezonde voeding, gezonde eetgewoontes en beweging. Het doel van de GLI is gedragsverandering om een gezonde leefstijl te bereiken en te behouden.

Hieronder geven we een overzicht van voorbeelden van interventies in de regio. Een overzicht van interventies vind je hier: Loketgezondleven.nl

Interventies in de regio
Aanpak Beschrijving Doelgroep Erkend
Wordt deze interventie in de GGD-regio aangeboden?
West-Brabant Hart voor Brabant Brabant-Zuidoost
De BeweegKuur Is een multidisciplinaire Gecombineerde Leefstijlinterventie met een combinatie van bewegen, voeding en gedrag, waarbij gezondheidswinst realiseren het doel is bij mensen met overgewicht of obesitas. Volwassenen (18+) met overgewicht of obesitas en matig gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico en een inactieve leefstijl. Eerste aanwijzing voor effectiviteit Ja Ja Ja
SLIMMER Is een gecombineerde leefstijl interventie met een combinatie van voeding, beweging en gedragsbehoud. Het duurt 2 jaar en wordt door zorgverleners/beweegprofessionals uitgevoerd. Volwassenen met overgewicht of obesitas en verhoogd risico op (of aanwezigheid van) diabetes type 2 of hart en vaatziekten. Goede aanwijzing voor effectiviteit Ja Ja Ja
Coaching op Leefstijl (cool) Een gecombineerde leefstijlprogramma met als doel een gezondere leefstijl en doormiddel van advies en begeleiding bij voeding, beweging en gedrag. Het programma duurt 2 jaar en wordt door een Cool-coach begeleid. Volwassenen met overgewicht of obesitas. Goede aanwijzing voor effectiviteit Ja Ja Ja
X-Fitt GLI Een gecombineerde leefstijlprogramma voor gewichtsverlies en gezondere leefstijl, met begeleiding en feedback op voeding en beweging. Volwassenen (16+) met tenminste een matig verhoogd gewicht gerelateerd gezondheidsrisico. Eerste aanwijzing voor effectiviteit Ja Ja Ja

Andere voorbeelden binnen en buiten Brabant van initiatieven voor volwassenen:

Wordt de interventie in mijn gemeente aangeboden? Dat kan je zien op de kaart van aanbod van Gecombineerde Leefstijlinterventies, van Loketgezondleven.nl

Materialen: Op de website van Loketgezondleven.nl vind je een handreiking bij de ketenaanpak Gecombineerde Leefstijlinterventie.

Colofon


Wil je meer informatie?
Neem dan contact op met het onderzoeksteam in jouw regio:

Bekijk ook eens de BrabantScan voor meer cijfers en publicaties over de gezondheid van inwoners:


Logo GGD West-Brabant, Hart voor Brabant, Brabant-Zuidoost