Laatste update: 13-06-2024 om 9:53 uur
Laatste update: 13-06-2024 om 9:53 uur
Leer je baby goed kennen. Je kunt dan zien wat hij wil. Je kunt hier dan goed op reageren. Iedere baby is anders. Te vroeg geboren baby's laten soms minder goed zien wat ze nodig hebben. Dus kijk goed naar je eigen baby.
In onderstaande video zie je ook wat je baby nodig heeft
Is je baby net in slaap gevallen? In het eerste half uur beweegt je baby vaak nog veel. Ook maakt hij soms geluidjes en kunnen zijn ogen even open gaan. Dit doet hij in zijn slaap. Misschien denk je dat hij nog wakker is, maar meestal slaapt hij dan al. Wacht even en pak je baby niet op. Van het oppakken kan je baby weer wakker worden. Laat hem in zijn bed liggen. Dan kan hij rustig verder slapen.
Na een half uur slapen wordt het bewegen minder. De baby ligt stil en maakt weinig geluid. Hij haalt rustig adem. Je baby slaapt nu dieper. Hij wordt minder makkelijk wakker. Hij slaapt zo ongeveer een half uur.
Na een half uur stille slaap kan de baby weer wat meer gaan bewegen. En gaat hij weer wat geluid maken. Dit heet weer: slapen met bewegen en geluidjes. Het kan ook dat hij nu wakker wordt. Wacht even en kijk goed wat je baby doet. Wordt hij echt wakker? Dan kun je hem uit bed halen. Is hij nog in slaap, met bewegen en geluidjes? En is het nog geen tijd voor een voeding? Laat hem dan rustig liggen. Dan kan hij verder slapen. Na een half uur komt hij dan weer in de stille slaap.
Alle baby's huilen. Dat is normaal. Een baby heeft verschillende redenen om te huilen. Soms huilt je baby om contact met je te maken. Soms huilt je baby omdat hij honger heeft, pijn heeft of moe is. Of ziek is. En soms huilt een baby zomaar. Het is normaal dat een baby een aantal uur huilt per dag. Hieronder zie je hoe lang baby's gemiddeld huilen. Kijk en luister goed naar je baby. Zo leer je jouw baby kennen. Je leert dan wat je kindje wil en hoe je hierop kunt reageren.
In de eerste 2 weken huilt je baby ongeveer 1 tot 1,5 uur per dag.
Je baby gaat meer huilen. Dus langer dan 1 tot 1,5 uur per dag.
In deze weken huilt je baby het meest: ongeveer 2 tot 2,5 uur per dag. Dit is normaal. Maar het kan heel moeilijk zijn voor ouders. Na week 8 wordt het huilen minder.
In week 8 tot en met 12 gaat de baby minder huilen. Meestal 1 tot 1,5 uur per dag.
Het huilen van je baby blijft hetzelfde. Je baby huilt ongeveer 1 tot 1,5 uur per dag. Vaak huilt je baby nu wat meer in de avond.
Het huilen kan heel moeilijk zijn voor ouders. Het kan je verdrietig, gestrest of boos maken. Ga weg bij de baby als je boos bent of veel stress hebt. Schud je baby nooit! Dat is heel gevaarlijk voor je baby. Je baby kan doodgaan. Of een beperking krijgen.
Heb je vragen? Of vind je het huilen van je baby moeilijk? Zorg goed voor jezelf. Vraag op tijd om hulp. En praat erover met anderen. Bijvoorbeeld met je partner, familie of vrienden. Of praat er met ons over tijdens je bezoek aan het consultatiebureau.
In de eerste weken slaapt je baby veel. Ongeveer 9 tot 20 uur per 24 uur. Het kan erg verschillen per baby. De slaap is verdeeld over de dag en de nacht. Een baby slaapt niet lang achter elkaar. Je baby wordt vaak kort wakker om te voeden. Om even aandacht te krijgen. Ook huilt je baby veel. Na een half uur to t 1 uur wakker zijn wordt je baby weer moe.
Je baby slaapt 9 tot 18 uur per 24 uur en wordt vaak kort wakker. Het slapen van je baby krijgt nu een patroon. Je baby kan iets langer slapen in de avond en nacht. En is overdag na het slapen iets minder snel moe. Je baby is moe na ongeveer 1 uur en een kwartier wakker zijn.
Je baby slaapt 9 tot 17,5 uur per 24 uur. Je baby is overdag moe na 1 tot 2,5 uur wakker zijn.
De meeste baby's kunnen nu 5 uur achter elkaar slapen zonder wakker te worden. Dat heet doorslapen. Sommige baby's slapen pas 5 uur of langer als ze 1 jaar oud zijn. Je baby slaapt overdag ongeveer 1 tot 4 keer.
De meeste baby's slapen nu 8 of 9 uur achter elkaar zonder wakker te worden. Je baby slaapt 13 tot 16 uur per 24 uur. Je baby slaapt overdag ongeveer 1 tot 2 keer.
Je kind slaapt 10 tot 14 uur per 24 uur. Je kind slaapt overdag ongeveer 1 tot 2 keer. Sommige kinderen hebben nu overdag geen slaap meer nodig. Sommige kinderen doen tot de leeftijd van 6 jaar nog 1 slaapje overdag. Kijk wat jouw kind nodig heeft.
Je geeft je baby voeding na het wakker worden. Je baby heeft dan energie om goed te drinken. Als hij goed gedronken heeft, heeft hij tijdens het slapen minder snel honger. En kan hij wat langer slapen.
Als hij genoeg gedronken heeft, is hij even wakker. Je kunt hem op schoot nemen en knuffelen. Of je laat hem even alleen spelen, bijvoorbeeld in de box.
Wanneer je baby moe wordt laat hij zien dat hij slaap heeft. Wil je weten hoe je dit kunt zien? Klik dan hier.
Als je baby moe is, leg je hem wakker in bed. Zo leert hij zelf in slaap vallen. Bij het in bed leggen kan het helpen om de baby eerst op de zij te leggen en meteen daarna op zijn rug te rollen. Dan schrikt de baby minder van het in bed leggen. Zorg ervoor dat de baby altijd op de rug in bed ligt om te slapen.
De baby slaapt.
Je kunt het zien als je baby honger krijgt. Dit kun je soms al zien in zijn slaap. Het kan ook dat je baby wakker wordt van de honger. Weten hoe je kunt zien of je baby honger heeft? Je geeft hem dan voeding. En dan begint het weer bij 1: voeden.
Een baby kan nog niet altijd zelf in slaap vallen. Dat kun je hem wel leren. Kijk naar je baby om te zien of hij moe is. Leg je kind moe, maar wakker in bed. Bij het in slaap vallen kan hij even huilen. Wacht even en pak hem niet meteen op. Hij leert zo zelf in slaap te vallen. Een kind dat heel erg moe is, valt meestal moeilijker in slaap. Leg het kind dus op tijd in bed als je ziet dat hij moe begint te worden.
Soms kan je baby niet zelf in slaap vallen. Kijk even goed naar je baby: is het te warm in de kamer? Of te koud? Heeft hij gepoept of geplast? Heeft hij pijn of is hij ziek? Dan help je je baby hiermee.
Soms is er niks bijzonders met de baby. Hij kan gewoon niet in slaap vallen. Laat hem dan in zijn bed liggen. Troost je baby door over zijn hoofd of buik te aaien. Praat zachtjes tegen hem. Troost hem tot hij rustig is. Hij kan dan zelf in slaap vallen. Wordt je baby niet rustig? En blijft hij huilen? Pak hem dan op. Troost hem tot hij rustig is. Leg hem weer wakker in bed. Zo leert hij zelf in slaap te vallen.
Een goede temperatuur helpt met slapen. Een temperatuur van 16 tot 20 graden Celsius in de kamer is goed.
Je kunt in de nek van je kind voelen of hij het te warm of te koud heeft. Zweet je kind? Dan is het te warm. Is zijn nek koud? Dan heeft hij het te koud. Zorg ervoor dat de kamer ‘s nachts donker is. Je kunt een nachtlampje gebruiken. Kies een lampje dat niet te fel licht geeft. Overdag hoeft de kamer niet helemaal donker te zijn. Overdag is een beetje donker ook goed.
Speel en knuffel overdag met je baby. Zeg lieve dingen tegen hem. Doe de dingen met je baby elke dag op dezelfde manier. En op ongeveer hetzelfde moment op de dag. Bijvoorbeeld voeden, spelen, verhaaltje voorlezen en in bed leggen.
Doe ongeveer een half uur voor het slapen rustige dingen met je baby. Bijvoorbeeld de luier verschonen, een liedje zingen, of knuffelen. Doe dit elke dag op dezelfde manier. Dit helpt je baby om in slaap te vallen. Laat je baby voor het slapen niet naar een telefoon, tv of computer kijken. Hier wordt hij wakker van.
Inbakeren kan soms helpen om het kind te laten slapen. Wil je je kind inbakeren? Neem contact op met het consultatiebureau. We vertellen je dan hoe je dit goed kunt doen. Let er goed op dat de doek bij het inbakeren niet over het hoofd, de mond of neus van je kind zit. Inbakeren kan wanneer je kind 1 week of ouder is. Je stopt altijd met inbakeren als je kind zichzelf wil gaan omdraaien. Dan is inbakeren niet meer veilig. Als je kind 6 maanden oud is stop je altijd met inbakeren. Het kind is dan te oud om in te bakeren.
Soms hebben kinderen van 6 maanden of ouder problemen met slapen.Ze kunnen moeilijk in slaap vallen, of worden ‘s nachts vaak wakker. Het kind kan dan gaan huilen en roepen om de ouder.
Hieronder staat wat je kunt doen. Let ook goed op jezelf. Vraag op tijd om hulp!
De oplossingen hier zijn alleen voor problemen met slapen bij kinderen van 6 maanden of ouder. Bij jongere kinderen kijk je bij: ‘tips om te slapen voor kinderen onder 6 maanden’.
Wat belangrijk is bij alle tips:
Hieronder staan de tips voor betere slaap bij je kind. Klik op een tip om er meer over te lezen. Er is geen wondermiddel om kinderen te laten slapen. Je moet een tip altijd een paar weken proberen. En het elke dag op dezelfde manier doen. Het is ook belangrijk dat jij en je partner het op dezelfde manier doen. Alleen dan werken de tips.
Oplossing 1: Je denkt na over hoe lang je wil wachten voordat je naar je kind toegaat als het roept of huilt. Je maakt hiervoor een plan voor de hele week. Op dit plan schrijf je hoe lang wacht voor je gaat kijken bij je kind als je kind roept of huilt. Er zijn twee manieren om het plan te maken:
Manier 1: Teruggaan na steeds een wat langere tijd op dezelfde dag:
Je brengt je kind naar bed. Je gaat weg uit de kamer. Je reageert niet meteen op roepen en huilen van je kind. Bijvoorbeeld: Je gaat voor de eerste keer kijken bij je kind na 2 minuten huilen of roepen. De tweede keer ga je kijken na 5 minuten en de derde keer na 7 minuten. De tijd voordat je teruggaat maak je dus steeds wat langer. Op de dag erna, wacht je wat langer voordat je voor de eerste keer gaat kijken. Je gaat de eerste keer kijken na 5 minuten. En de tweede keer na 7 minuten. Op dag 3 dag ga je de eerste keer kijken na 7 minuten huilen of roepen en de tweede keer na 10 minuten huilen of roepen.
Manier 2: Teruggaan na een wat langere tijd op de volgende dag:
Op dag 1 ga je bij huilen of roepen van je kind steeds na elke 5 minuten kijken. Op dag 2 wacht je langer en ga bij huilen of roepen elke 7 minuten kijken. Op dag 3 ga je bij huilen of roepen elke 10 minuten kijken.
Wanneer je bij je kind gaat kijken doe je dat kort en laat je je kind in bed liggen. Geef bijvoorbeeld even een aai over het hoofd en ga dan weer weg. Het is belangrijk dat je je plan goed volgt. Na ongeveer 1 week stopt je kind met roepen of huilen en valt het kind zelf in slaap. Je hoeft dan niet meer te gaan kijken. Het kind kan nu zelf slapen. Ga je vaker kijken dan op je plan staat, of de volgende dag wat eerder kijken dan de dag ervoor? Dan gaat het probleem niet weg. Het kan zelfs erger worden. Je kind zal dan langer blijven huilen. En leert niet zelf in slaap te vallen.
Oplossing 2: De directe methode met de ouder erbij (niet reageren op huilen of roepen). Je vertelt je kind duidelijk dat je het naar bed brengt en daarna niet meer reageert op huilen of roepen. Een kind van 6 maanden snapt dat misschien nog niet helemaal. Toch is het belangrijk om het wel te zeggen. Na het naar bed brengen blijf je in de kamer van het kind. Je gaat zitten op een stoel in de kamer. Je reageert niet op het huilen of roepen van je kind. Je kijkt je kind niet aan en je gaat er niet naartoe. Alleen als je denkt dat je kind bijvoorbeeld ziek is, pijn heeft, niet veilig is of een poepluier heeft, ga je er naar kijken. Je doet dan kort wat nodig is. Bijvoorbeeld de luier verschonen. Dan ga je weer zitten op je plek in de kamer. Het werkt na 1 week. Wat je ook kunt doen is iedere dag je stoel wat verder van het bed van je kind weg zetten. Je zet je stoel dan eerst in de buurt van het bed, na een paar dagen bij de deur en aan het eind van de week zit je buiten de kamer. Het kind went dan aan de afstand. Je kind leert zo zelf in slaap te vallen.
Oplossing 3: De directe methode (niet reageren op huilen of roepen). Je vertelt je kind duidelijk dat je het naar bed brengt en daarna niet meer komt kijken. Ook niet als je kind roept of huilt. Een kind van 6 maanden snapt dat misschien nog niet helemaal. Toch is het belangrijk om het wel te zeggen. Na het naar bed brengen ga je uit de kamer. Je reageert niet meer op roepen en huilen. En je gaat niet kijken bij je kind. Je bent en blijft in een andere kamer. Alleen als je denkt dat je kind bijvoorbeeld ziek is, niet veilig is, pijn of een poepluier heeft, ga je kort kijken. Je doet dan kort wat nodig is. Bijvoorbeeld de luier verschonen. Dan ga je de kamer weer uit. Het niet reageren op je kind terwijl het huilt, kan moeilijk zijn. Zoek steun voor jezelf, bijvoorbeeld bij je partner, familie of vrienden. Het werkt bijna altijd binnen 3 tot 4 dagen. Het huilen wordt minder en je kind leert zelf in slaap te vallen. Belangrijk is dat je niet naar je kind toegaat. Als je na lang huilen toch gaat, gaat het probleem niet weg. Het kan zelfs erger worden. Je kind zal dan langer blijven huilen. En niet zelf in slaap leren vallen.
Oplossing 4: een rustig slaapritueel en veranderen van de bedtijd. Alleen bij kinderen van 1,5 jaar of ouder die een probleem hebben met in slaap vallen. Wil je deze oplossing kiezen? Bespreek dit eerst op het consultatiebureau met je arts of verpleegkundige. Zij weten of dit een goede oplossing is voor jouw kind en waar je op moet letten. Voor het slapen doe je elke dag dezelfde rustige dingen met je kind. Kies voor dingen die je kind leuk vindt om te doen. Je kijkt op welke tijd je kind normaal in slaap valt. Je gaat nu je kind in bed leggen op de tijd dat hij normaal in slaap valt. Leg je je kind normaal om 7 uur in bed? En valt je kind pas om 8 uur in slaap? Dan leg je je kind nu om 8 uur in bed. Je kind valt dan snel in slaap. Elke ochtend haal je je kind op dezelfde, vaste tijd uit bed. En elke avond doe je dezelfde leuke, rustige dingen met je kind en leg je je kind om 8 uur in bed. Je kind leert nu dat hij na het doen van rustige leuke dingen snel in slaapt valt. Het doel is dat je kind binnen 20 minuten in slaap valt. Lukt dat? Dan leg je na een paar dagen je kind elke avond weer een beetje eerder in bed. Bijvoorbeeld 15 minuten eerder. Dit doe je tot je kind de juiste bedtijd heeft. Let erop dat je kind steeds binnen 20 minuten in slaap valt. Ga door met het doen van dezelfde rustige dingen met je kind voor het slapen. Zo leert je kind zelf in slaap te vallen. Het werkt na een tot twee weken.
Oplossing 5: de bedtijd pas. Alleen voor kinderen van 3 jaar of ouder. Geef je kind voor bedtijd een bedtijd pas. Dit is bijvoorbeeld een papieren pas die het kind elke nacht 1 keer mag gebruiken om aandacht te krijgen van de ouder. Je kind mag hem gebruiken om de ouder 1 keer te laten komen. Of het kind mag hem gebruiken om zelf 1 keer uit bed te komen. Hierna geeft het kind de pas aan de ouder. Je reageert daarna niet meer op het roepen of huilen van het kind. En je gaat ook niet meer kijken bij het kind. Ging het goed? En is je kind na het teruggeven van de pas niet meer uit bed gekomen? Dan geef je je kind ‘s ochtends een beloning. Bijvoorbeeld een sticker. Leg je kind voor het slapengaan uit hoe de pas werkt. Dan begrijpt je kind dat hij de pas 1 keer mag gebruiken. En ‘s ochtends een sticker krijgt als het goed gaat. Je kind leert zo zelf in slaap vallen. Deze oplossing werkt na een week.