Overslaan en naar de inhoud gaan
InwonersnieuwsNieuwe werkwijze verbetert interklinisch spoedtransport

Nieuwe werkwijze verbetert interklinisch spoedtransport

Veiliger vervoer voor kritieke patiënten in de regio

Na een intensieve periode van voorbereiding hebben vier ziekenhuizen (Catharina Ziekenhuis, Elkerliek ziekenhuis, Máxima MC en Anna Ziekenhuis) en ambulancezorg GGD Brabant-Zuidoost op 18 april een verbeterde werkwijze van hun interklinisch spoedtransport ingevoerd. Daarmee wordt het vervoer in de regio van kritieke patiënten die beademd moeten worden nog veiliger.

Interklinisch spoedtransport wordt ingezet wanneer er geen tijd te verliezen is. Bijvoorbeeld als kritieke patiënten die beademd moeten worden een spoedbehandeling in een ander ziekenhuis in de regio moeten ondergaan. Dit transport (naar of vanuit het Catharina Ziekenhuis, Elkerliek ziekenhuis, Máxima MC en Anna Ziekenhuis) wordt begeleid door een intensivist, een anesthesioloog of een Spoedeisende Hulp-arts van het insturende ziekenhuis. Het vervoer vindt plaats met spoedambulances van ambulancezorg GGD Brabant-Zuidoost, die altijd snel ter plaatse kunnen zijn. De standaard beademingsapparatuur in deze ambulance is (meestal) niet toereikend, dus worden er altijd extra bewakings- en beademingsapparatuur en infuuspompen vanuit de regionale ziekenhuizen meegenomen.

Beter en nog veiliger

Omdat de vier ziekenhuizen allemaal beschikken over hetzelfde beademingstoestel, is in alle regionale spoedambulances een aanpassing gedaan. Dit beademingstoestel kan daardoor veilig opgeborgen worden en gebruikt. Daarnaast heeft elk ziekenhuis apparatuur klaar staan voor bewaking en infuustoediening van speciale medicatie. Deze apparatuur kan nu veilig en gezekerd aan de brancard worden bevestigd en bij een noodstop niet verschuiven of losraken. Crétien Jacobs, intensivist Elkerliek ziekenhuis, is blij met deze verbeterslag. “Ik stap met een gerust hart in de ambulance voor een spoedtransport, omdat alle apparatuur tijdens het vervoer op verantwoorde wijze gebruikt kan worden. Daardoor kan ik me volledig focussen op de zorg voor de patiënt”, zo geeft hij aan. “Ik ben dan ook trots op deze nieuwe werkwijze die we met elkaar na een lange periode van zorgvuldige voorbereiding hebben kunnen realiseren.”

Sietske Folkersma en Crétien Jacobs bij de aangepaste brancard voor beademde patiënten.
Sietske Folkersma, Medisch Manager Ambulancezorg en SEH-arts ETZ naast Crétien Jacobs, intensivist van het Elkerliek ziekenhuis

Stroomversnelling

Al enkele jaren zochten de intensivisten van het regionale intensive care samenwerkingsverband ICUZON (Intensive Care Units Zuidoost Nederland) samen naar -financieel haalbare- manieren om het interklinisch spoedtransport in de regio beter te organiseren. Tijdens de coronacrisis, waarbij grote aantallen patiënten van het ene naar het andere ziekenhuis werden vervoerd, deden ze nieuwe ervaringen op en kwam het proces in een stroomversnelling. In de afgelopen maanden werden de procedures vastgelegd, zijn alle meereizende artsen in de ziekenhuizen geschoold in de nieuwe manier van werken en werden de spoedambulances aangepast. Per 18 april is de nieuwe werkwijze ingegaan. Eefje Eggels, SEH-arts Anna Ziekenhuis is trots: “Dit is een mooie samenwerking van alle partijen die betrokken zijn bij spoedzorg in onze regio. Hierdoor kunnen we onze patiënten nog betere en veiligere zorg bieden.”

Samenwerking in regio loont

Artsen van de vier ziekenhuizen en de ambulancedienst zijn blij met de nieuwe werkwijze die een beter spoedtransport vanuit de regionale ziekenhuizen garandeert. “De nieuwe werkwijze laat zien dat het mogelijk is door goed overleg met de verschillende ziekenhuizen en de GGD om een enorme verbeterslag in kwaliteit te maken. Met een goed op elkaar ingespeeld team van medisch specialisten en een adequaat uitgeruste spoedambulance die altijd snel ter plaatse kan zijn, zorgen we nog beter voor de kritieke patient in onze regio,” aldus Marc Königs, intensivist Máxima MC.

MICU niet bruikbaar (achtergrondinformatie)
In Nederland worden kritieke patiënten die beademd moeten worden
normaal gesproken met de zogenaamde MICU (mobiele intensive care
unit) van het ene ziekenhuis naar het andere ziekenhuis vervoerd.

In deze speciale ambulance krijgt de patiënt dezelfde
behandeling en monitoring als op een intensive care. Echter, deze
MICU is geen optie voor beademde patiënten in de regio Zuidoost-
Brabant die een spoedbehandeling in een ander ziekenhuis moeten
ondergaan.

De dichtstbijzijnde MICU is namelijk gestationeerd in Maastricht. 
Met alle voorbereidingen en de benodigde reistijd haal je de richtlijn
om binnen twee uur (en liefst nog eerder) in het ander ziekenhuis 
te zijn niet. Daarvoor is de afstand om te overbruggen te groot.