Overslaan en naar de inhoud gaan
Publicatiedatum: 19-08-2021 om 11:55 uur
Laatste update: 11-10-2021 om 12:12 uur

Westnijlvirus

Het westnijlvirus (WNV) circuleert onder vogels. Muggen dragen het over. Soms gaat het over op mensen via een muggenbeet. In 2020 liepen voor het eerst in Nederland mensen besmettingen op met het WNV.

Bij de mens verlopen de meeste infecties asymptomatisch. Soms kan een griepachtig ziektebeeld ontstaan. In 1% van de gevallen leidt de infectie tot neurologische verschijnselen. Overdracht van mens naar mens kan alleen via bloed-bloedcontact of orgaantransplantatie.

Wat doet de GGD?

De GGD levert informatie voor de landelijke surveillance. De GGD doet bronopsporing en zo nodig contactonderzoek, bijvoorbeeld als er bloed-bloedcontact plaatsvond.

Wat doet de behandelend arts?

Heeft een patiënt symptomen die mogelijk passen bij een acute WNV-infectie of een onbegrepen neurologisch beeld? Dan is diagnostiek mogelijk via het RIVM (CIb/IDS) of het Erasmus MC afdeling Viroscience.

Een PCR op bloed, urine en/of liquor is mogelijk. Maar de sensitiviteit hiervan is beperkt (rond de 50%) en deze neemt af in de tijd. Daarom is het advies om naast de PCR ook serologie in te zetten. IgM-antistoffen zijn bij de meeste patiënten detecteerbaar vanaf 3-8 dagen na aanvang van de koorts. IgG-antistoffen zijn bij nagenoeg alle patiënten na 3 weken aantoonbaar.

Een probleem met serologie is de kruisreactiviteit met andere nauw verwante flavivirussen. Het is voor de interpretatie van de resultaten daarom belangrijk om een complete reisanamnese en recente vaccinatiegeschiedenis uit te vragen. Positieve serologie wordt gebruikt als screeningstest. Er is bevestiging nodig met virusneutralisatietesten.

Wanneer is melden westnijlvirus verplicht?

De meldingsplicht is belangrijk om inzichtelijk te maken waar het virus aanwezig is en om bloedveiligheid te garanderen.

Meld een WNV-infectie binnen 1 werkdag aan de GGD gemeld als er sprake is van:

Een significante WNV-specifieke antilichaamrespons (eenmalige hoge titers of significante titerstijging) in serum in combinatie met 1 of meer van de volgende klachten:

  • Koorts
  • Neurologische verschijnselen (meningitis of encefalitis)
  • Milde griepachtige klachten (zoals huiduitslag, hoofdpijn, spierpijn).

OF

Ten minste 1 van de volgende 2 laboratorium bevestigingen:

  • Aantonen van WNV-RNA in, of isolatie van WNV uit, een klinisch monster (bloed, liquor, urine)
  • Intrathecale WNV-specifieke antilichaamrespons (IgM).

Meer informatie